zaterdag 26 februari 2011

Ik wil en ik zal en ik moet.

De spreekwoordelijke inkt op mijn blog over kolven was nog niet droog of er gebeurde iets. Of beter gezegd er gebeurde iets iets minder. Ik zag de afgelopen week bij het kolven mijn productie hard teruglopen. Halveren. En niet alleen bij het kolven merkte ik dat - ook aan de borst was het meisje onrustiger en feller en kwam ze er jammerend af.

Borstvoeding. Dat het na de opstart gewoon doorloopt beschouw je toch wel een beetje als vanzelfsprekend. Nou, toen ik donderdagochtend na het kolven eens naar de opbrengst keek kon ik wel janken. Het was niet vanzelfsprekend. Wat ook niet vanzelfsprekend was, is dat ik al een beetje ontzwangerd ben. Het lage kolfresultaat samen met de resterende hormonen waren genoeg voor een full-fledge zwangerschapspaniekaanval: ik wil en ik zal en ik moet dat meisje aan de borst houden. Niet omdat borstvoeding zo gezond is, en al dat andere gezeik van de maffia (excuse my French), maar puur en simpel omdat ik zo van die momenten geniet.

Gelukkig werkte ik die dag thuis - zo'n zware paniekaanval om niks durf ik mijn collega's niet aan te doen. Of beter gezegd - dan zou ik ze nooit meer onder ogen durven te komen.

En gelukkig was er mailcontact met de vent-op-reis. Die bij mij de herinnering triggerde aan twitter, de andere moeders die ik daar volg, maar vooral ook de lactatiekundige die ik daar volg. Daar had ik in mijn resterende zwangerschapshormoon geinduceerde paniek nog geen enkele hartslag aan gedacht.

Klikkerteklik, twitter.

Wat fijn dat er op een medium als twitter zoveel mensen zijn die je a) nog nooit gezien of gesproken hebt maar die wel b) te hulp schieten als je vragen hebt. En wat een schatten trof ik weer.
Missie 1: panisch rondrennende moeder kalmeren. Zo tegen vieren was dat wel gelukt. Trillend en wel was ik tot een halt gekomen op de website van de moedermelkstichting, waar ik meteen maar een nieuwe Rolls Royce kolf bestelde. Om er maar alles aan gedaan te hebben om ervoor te zorgen dat kolven niet meer leidt tot terugloop van de borstvoeding.
Missie 2: de trillende moeder onttrillen. Oftewel, lekker even mijn kleine helden uit de Koe ophalen. Easypeasy. Nou ja, easy... met tranen in mijn ogen. Want mijn prinsesje had wel weer even 150 cc extra kunstvoeding tot zich geeist; en de nieuwe voorraad borstvoeding was nog kleiner.
Missie 3: de kalme moeder van een concreet stappenplan voorzien om in een weekeind tijd de borstvoeding weer tot een voldoende niveau op te krikken. Zodat die kolf volgende week ook wat te doen heeft. En dat meisje weer voldoende borstvoeding meekrijgt naar de Koe. Dat plan ligt er: clustervoeden. Oftewel, iedere anderhalf uur voeden. In ieder geval 48 uur lang.

Vrijdagmiddag begonnen en inmiddels 31 uur verder... clustervoeden is slopend. Niet vanwege het voeden - nee, stiekum is het heerlijk dat meisje ieder anderhalf uur tegen me aan te mogen leggen. Het is zo slopend doordat de rest van de wereld niet even stil gaat staan zodat m'n meisje en ik dit kunnen regelen. En het is slopend doordat ik 31 uur later nog niet het idee heb dat die theezakjes alweer wat beter gevuld zijn.

Maar goed. Ik moet en ik zal en ik wil optimistisch blijven. De 48 uur zijn nog lang niet voorbij. Eerst maar weer een voeding, en dan de nacht in. En dan hoop ik dat morgenmiddag Lola Ferrari aanbelt, ze is meer dan welkom!

dinsdag 22 februari 2011

De dubieuze geneugtes van borstvoeding

Toen mijn grote stoere knul nog een klein kruimeltje was heb ik lang en heftig strijd met hem gevoerd over mijn borsten. Ik wilde hem graag borstvoeding geven want had gehoord dat borstvoeding goed was; hij wilde niets te maken hebben met die dingen die door de verschillende kraamzorgen in zijn mondje werden geperst. Het was uiteindelijk een opluchting om na twee maanden de borstvoeding af te bouwen en eindelijk weer samen met dat kereltje tot rust te komen.

Nu heb ik een tweede kans gekregen met mijn kleine prinsesje. En mijn lieve kleine meisje blijkt een prachtvoorbeeld van een echte borstbaby. Het maakt niet uit in welke positie en op welke snelheid ze een borst passeert... ze fixeert zich erop en pitbullt zich eraan vast. Een klein fel kikkertje noemde de verloskundige haar.

Als mijn kleine felle kikkertje dan haar maagje voor een goed deel gevuld heeft verschuift het borstmoment van een intensief barracuda festival naar een gezellig borreluurtje. Mijn meiske hapt en trekt en sabbelt wat. Laat de borst los om met een volle melkmond uitbundig naar me te lachen. Zoekt de borst weer op. Soest wat met een tepel in haar mond. Gezellig, ontspannen, samen. En ik moet vooral niet denken dat ik de handel weer kan inpakken... dat levert een felle strijd op totdat de piranha zich weer aan heeft mogen koppelen.

Zo'n mooi drinkend meisje, die wil ik nog niet van mijn borst vervreemden. Het voelt goed om haar dit te geven. Het voelt heerlijk dit voor haar te doen. En dan is de keuze voor mij ook wel duidelijk... ik moet kolven op mijn werk. En dat is toch een aparte bezigheid.

In mijn agenda staan twee blokken van een half uur geblokkeerd voor het kolven. Zo help ik mezelf met mijn planning, en zorg ik dat die tijd niet door andere hebberds ingenomen wordt. Iedereen die met mij een afspraak wil maken ziet dus staan "kolven", iedere dag, twee keer per dag. En iedereen die de afspraak niet in mijn agenda gepropt krijgt stuurt mij een mailtje of ik flexibel kan zijn met mijn kolfmomentje.

Ben ik aan gewend.

Twee keer per dag sluit ik mijn PC af en vertrek met een neutraal zwart tasje naar beneden. Nou, ze hadden net zo goed twee grote uitbundige tieten op dat tasje kunnen borduren... iedereen weet toch wel wat daar in zit, en wat ik ga doen.

Ben ik ondertussen aan gewend.

Vervolgens kom ik beneden bij de kolfkamer. Een steriel wit hok van zo'n 8m2 dat we met 10 dames delen. Een kamertje met een koelkast die zich soms op haast mysterieuze wijze gedurende de dag met flesjes melk en thermostassen vult. Waarbij mijn potjes jammer genoeg wat karig afsteken tegen andere goed gevulde flesjes.

Ben ik ondertussen aan gewend.

En dan is het natuurlijk ook logisch dat als je met z'n 10-en een kolfkamer deelt het ook gebeurt dat je samen zit te kolven. En met de ene kolf-partner in stilzwijgen al doortwitterend aan je melkproductie kan werken, met de andere kolf-partner uitgebreid over kinderen praat, en met de volgende kolf-partner over de projecten waaraan je werkt.

Ben ik ondertussen ook aan gewend.

Maar waar ik echt niet aan kan wennen is die herrie geproduceerd door de verzameling kolven. De rammelende, reutelende, ratelende hijgers die wij kolvende dames aan onze borsten hangen. Ik moet nog altijd de neiging onderdrukken te gaan loeien als de melkmachines op volle tilt gaande zijn.

Ach, dat koven... volgens mij ga ik dat wel overleven. Nog even. Ik hoop in ieder geval tot mijn meiske zes maanden is. En daarna... Ach, dan zie ik wel weer verder.

dinsdag 8 februari 2011

Waar ik niet bij stil stond...

Als het even kon, zo had ik bedacht, wilde ik onze kleine Belle toch minimaal zes maanden borstvoeding geven. En dat betekent natuurlijk dat ik zou moeten gaan kolven op de dagen dat ik werk en Belle nog geen zes maanden is. En dat ik me daar af en toe ongemakkelijk bij zou voelen. En dat niet iedere locatie waar ik kom een even prettige ruimte heeft. En dat de kolfopbrengst mij zorgen zou baren op tijden dat ik afgeleid ben, gestrest ben of niet helemaal lekker ben. Dat had ik me allemaal bedacht.

Wat ik me niet bedacht had is dat het ook zou betekenen dat ik ook zou moeten kolven op dagen dat ik ziek ben en het meisje nog geen zes maanden is. Dat ik terwijl mijn hoofd draait van de koorts en mijn maag van de griep de melkmachine ook zou moeten aankoppelen. En dat dit niet liggend kan, omdat de kolf anders alleen de tepel van een badje ezelinnenmelk voorziet en er niks in het flesje komt. Dat had ik me allemaal niet bedacht.

En dan ben ik nog niet eens aan het werk. Wat voor hindernissen en verrassingen staan mij vanaf as. donderdag nog meer te verwachten?

Gelukkig komt mijn meisje zo thuis. Die kan een stuk beter overweg met een liggende, draaierige mams.